Translate

Bij zinnen

Ken je het gezegde: "Bij zinnen zijn"?  Tegenwoordig wordt dat niet zoveel meer gebruikt. Als iemand niet in staat was zijn of haar zintuigen te gebruiken, noemde je dat "buiten zinnen zijn" of "niet bij zinnen zijn". Het is een staat van zijn / toestand waarin een mens zodanig overprikkeld is door interne of externe prikkels, dat de zintuigen geen prikkels meer kunnen afgeven aan het brein. Een toestand waarin je niet in staat bent om zuiver waar te nemen. Vroeger werd het gezegde "buiten zinnen zijn" vooral gebruikt als iemand zo opgefokt en kwaad was, dat deze daar helemaal door in beslag genomen was en dus geen oog/oor meer had voor iets anders. En als die toestand voorbij is, dan is iemand weer "bij zinnen". 


Zinnen komt van zintuigen, feitelijk het fysieke gereedschap waarmee je het leven/de wereld (innerlijke en uiterlijke) waarneemt. Met je zintuigen neem je slechts een deel van de realiteit waar. Zo kan een mensenoog uit het kleurenspectrum maar een deel van alle kleuren zien en de mensenoren kunnen het beste horen tussen 100 en 5000 Hz.

Onze zintuigen zijn gelimiteerd en geven ons binnen die limieten een indruk van de realiteit.  De zintuigen die de meeste mensen herkennen en kennen zijn: zien, voelen, proeven, ruiken, horen. Maar er zijn er nog wel een aantal: evenwicht, orgaaninformatie en intuïtie. Maar net als dat wij niet alles kunnen waarnemen, zullen we ook niet alle aanwezige zintuigen kunnen waarnemen. Neem alleen al intuïtie. In een wereld waarin de wetenschap de boventoon voert (meten is weten), is geen ruimte voor bijvoorbeeld aanvoelen van energie of ingevingen die je een stap verder helpen. En toch zijn er veel mensen die dit wel als hun realiteit ervaren. 

Mensen zijn verschillend en hun waarneming met de zintuigen ook. De ene neemt meer geluidsfrequenties waar, de ander meer lichtfrequenties en weer een volgende voelt elk pijntje. En dan zijn er nog mensen bij wie één van de zintuigen zodanig verstoord is dat van andere zintuigen het bereik vergroot kan worden. Je hebt vast wel eens gehoord dat een persoon die blindheid heeft met meer focus kan horen dan een iemand zonder oogbeperking. 

Zintuigen kunnen (onder invloed) anders waarnemen. Denk maar eens aan de invloed van alcohol en drugs, stress, uitputting, ondervoeding, trauma, overprikkeling. En de uitwerking van die invloed kan heel uiteenlopend zijn, waardoor "niet bij zinnen zijn" zich in heel veel vormen kan uiten.  Ik denk dat iedereen wel een vorm hiervan kent. Zelf ken ik wel de momenten van het "niet bij zinnen zijn". Bijvoorbeeld tijdens een extreme overprikkeling, als een paniekaanval een vernauwing van de zintuigelijke waarneming oplevert. Die heb ik jarenlang met enige regelmaat 'mogen' ervaren.
Dan kwamen alle geluiden heel scherp binnen, ook geluiden die ik normaliter nauwelijks bewust kon horen; en werden mijn benen als pudding, waardoor ik ze maar moeilijk kon bewegen. Of de scherpte van licht leek extreem toegenomen, alsof een bouwlamp constant op mij gericht stond. Het kon lijken of de omgeving in slowmotion bewoog en kwamen sommige beelden als verscherpt en uitvergroot op mijn netvlies. 

Naast hoe je zintuigen werken, zijn er ook filters in de verwerking van je waarneming. Dit beschermt een mens tegen de overload aan prikkels in het dagelijkse leven. En ook daarin zit bij ons onderling verschil in de werking. Als er weinig gefilterd wordt, heeft het brein het drukker om alle prikkels te verwerken. Dat kan aanvoelen als een complete chaos omdat er niet alleen veel waarneming binnenkomt, maar ook veel tegelijkertijd; een kakafonie voor je brein. Een filter is een selectiemiddel: wat laten we door en wat niet  / hoeveel daarvan laten we door en in welke intensiteit / wat is (nu) belangrijk en wat niet. 

Met onze zintuigen kunnen we niet de realiteit in zijn volheid ervaren. Het geeft ons slechts een indruk. Indruk is een impressie die in jou wordt opgeslagen (Gespeichert zeggen de Duitsers, een soort van vastgenageld). Een eerste indruk, die kun je maar één keer maken. Daarom wordt er veel tijd en aandacht besteed aan het manipuleren of beïnvloeden van die eerste indruk (kleding, haardracht, make-up, luchtjes, houding, een glimlach opzetten). Een eerste indruk is nooit volledig, is afhankelijk van de werkelijkheid die de ander voorspiegelt en de werking van jouw zintuigen en filters. Hoe realistisch kan de indruk zijn die jij van iets of iemand hebt? Om door al die lagen (beperking in werking, filter, manipulatie) heen te kunnen en een meer reële indruk te krijgen, heb je verfijndere waarneming nodig.

Het woord is niet het ding

En om het geheel nog wat complexer te maken hebben we labels (en concepten). We gebruiken taal om iets aan te duiden. Met een woord verwijzen we naar iets wat veel meer omvat. Het woord is niet het ding, het verwijst er naar, naar de ervaring ervan. En waarom doen we dat? Taal helpt de wereld te ordenen, te kaderen en behapbaar te maken.

Daarom plakken we overal woorden op: boom, fiets, juf, regen, lekker, pijn, gezellig enz enz. We leren allemaal die woorden toe te passen, dat is ons met de paplepel ingegoten. Het scheelt een hoop tijd voor jezelf om niet het hele verhaal te ervaren, maar ook kun je met een ander mens een hele ervaring delen met maar één woord.
Boom, wat zie je nu in gedachten? Als we beiden naar dezelfde boom kijken en we zeggen allebei boom, hebben we intern een unieke en onderscheidende ervaring. Alleen door het woord boom te gebruiken denken we dat we het over precies hetzelfde hebben. Zo leren we dat van kleins af aan, benoemen wat je ziet, hoort, voelt, proeft, ruikt enz.. Maar met het plakken van een woord, een label, missen we dan niet juist de nuances van de ervaring? En is het niet heel makkelijk om met een woord alleen in je brein te zijn, in plaats van de ervaring met al je zintuigen te ervaren? 

Papa fietst op zaterdag ochtend, met peuter Jos achterop, door de polder. Hij stopt bij het hek van een weiland en zet zijn voeten stevig op de grond. Dan wijst hij en zegt: "Kijk Jos, koetje boe." Papa denkt dat Jos nog onvoldoende nuances kent. Maar dat geldt alleen de nuances in woorden, niet in ervaringen. Jos de peuter kent gewoon nog niet zoveel labels en denkt niet in woorden, maar in zintuigelijke waarnemingen. 

Een label plak je net zo makkelijk als een sticker ergens op. En dat is vooral handig als je veel meer in dezelfde tijd wilt bereiken. Het verkort het proces van verwerken van een ervaring. Maar wat missen we daardoor allemaal?

Mooie hersenbreker (of hartenopener) voor jou tot de volgende post.... 




Geen opmerkingen: