Alles heeft een grens.
De beste les in het leven is het leven zelf. Je hoeft het alleen maar te zien. En dan bedoel ik niet met je ogen, of met je brein. Het doet mij denken aan een beroemde quote uit het boek "De kleine prins" van Antoine de Saint-Exupéry: “Het is alleen met het hart dat men eerlijk kan zien. Wat essentieel is, is onzichtbaar voor het oog.”
Met je ogen en je brein ben je als mens naar de buitenwereld gericht. Het oog haalt beelden binnen en het brein vertaalt deze. Maar het brein is beperkt, het luistert niet vanzelf naar het hart. Het brein wil de grote held uithangen en dicteren hoe het is, hoe het hoort te zijn. Daarom legt het overal een label, een oordeel op. Totdat het hart eens de ruimte krijgt om te spreken. Vaak is dat zacht, kort maar krachtig, als je het horen wil en kan.
Boven één van mijn blogposts stond de subtitel "Ik dacht dat ik moest geven om te ontvangen". En laat dat nu net mijn grootste levensles zijn, naast al die andere lessen. Ooit in mijn leven, in mijn vroege jeugd, ben ik gaan geloven dat ik alleen maar acceptabel of goed genoeg ben als ik geef, als ik met de ander meebeweeg, als ik behulpzaam ben en de ander bekrachtig of kracht geef. En dat deed ik, jaren en jaren. Geven, alsmaar geven en twijfelen aan mijzelf, omdat er nooit een balans kwam met dat wat op mijn geven terug kwam. Het leek of ik voor de ander, de buitenwereld, nooit goed genoeg was. Zelfs als ik het hardop durfde te uiten dat ik mij dat afvroeg, werd mij steevast voorgehouden: "Ach welnee, dat is niet zo, tuurlijk ben je genoeg". Maar het gedrag wat vertoond werd sprak van het tegendeel. En als ik de proef op de som nam en mijn geven remde of stopzette, werd mij dat ten zeerste kwalijk genomen.
In de afgelopen jaren ben ik helder gaan voelen en zien dat ik een kwaliteit heb die ik onderschatte of wegstopte. Dat is het voelen; ik ben invoelend, een empaat. Ik voel aan waar het de ander aan ontbreekt of wat de ander nodig heeft. Bijna mijn hele leven heb ik die kwaliteit verkeerd ingezet. Ik gaf, en gaf, en gaf, tot het mij opbrak, mij leeg liet lopen. Ik zag dat geven zonder balans er niet toe leidde dat de ander vooruit kwam. Nee het leidde ertoe dat de ander erop vertrouwde dat ik bleef geven, het zelfs afdwong.
Veelal niet met woorden, maar met gedrag, met emotionele manipulatie. En ik was daar naïef in.
Was! Verleden tijd
Meer en meer heb ik alles wat mij afleidde van zelfontdekking van mij afgeschoven. Eindelijk heb ik mijzelf alle ruimte gegund om het naar buiten gericht zijn tot een minimum te brengen en naar mijn innerlijk te gaan en te voelen. Ik voelde de disbalans, voelde de manipulaties en zag de tegenbewegingen die volgden op mijn afstand nemen. Langzaamaan begin ik dichter bij mijn kern te komen en te zien (met het hart) wat mijn waarde is, leer ik meer en meer mijzelf lief te hebben. Het is geen makkelijke weg, want dat wat men gewoon is wil men vaak niet kwijt.
Daarnaast ben ik beter gaan voelen en begrijpen hoe het voelt om gecentreerd te zijn in jezelf. En leer ik hoe ik de buitenwereld kan accepteren (dit is wat er nu is, ik ontken niet meer hoe het is en ik doe er niets meer aan om dat anders te willen laten zijn). Maar accepteren is alleen maar het herkennen en erkennen: dit is hoe het is. Accepteren is niet gelijk aan tolereren. Het is iets zien voor wat het is en de afweging maken of dit mij goed doet of niet. En dan mag ik mijn wil gebruiken om een keuze te maken voor dat wat mij wel goed doet, of een situatie te beëindigen die mij geen goed doet.
Als ik dat hierboven teruglees klinkt het eenvoudig, maar man wat is dat bij tijd en wijlen een strijd geweest en af en toe nog. Het leven test je ook, waardoor je eenzelfde les in verschillende vormen voorgeschoteld krijgt, tot je eindelijk wakker wordt uit je sluimerende breintoestand en leert kijken met het hart. Je kunt de wereld pas met het hart zien, als je je hart eerst opent voor je Zelf. Pas dan kan je ziel aarden in je lijf en ben je bezield.
Dankbaar ben ik dat ik nu kan zeggen dat ik mijn hart voor mijzelf geopend heb en nu keuzes maak die mij goed doen. Dat ik ja mag zeggen tegen mijzelf en daar acties aan mag verbinden, ook als dat een dikke vette nee voor een ander is. Mijn hart voelt nog steeds wat de ander nodig heeft, maar ik erken dat daarin een les voor die ander schuilt. Niet langer hoef ik de emotionele last van een ander te dragen of hun (pad) te verlichten. Zij mogen net als ik naar binnen keren en op de tast de deur naar hun hart vinden.
Reacties